26 juli: Interior – Cheyenne
We proberen zo vroeg mogelijk in Cheyenne aan te komen omdat toevallig deze week de Frontier Days zijn. Onderweg nog wel langs Alliance en Scotts Bluff in Nebraska.
——————————————————————————————————————————-
Om half acht gaat de bel en gaan we weer heerlijk ontbijten, dit keer zijn er eigengemaakte blueberry pancakes als extra. Half negen is de bagage weer ingeladen en rijden we eerst naar Interior om te tanken. Vervolgens rijden we richting Scenic waar we de Sheep Creek road willen rijden. Dit is ook een gedeelte van Badlands N.P. waar weinig mensen komen. Opnieuw is het schitterend weer en liggen de rotsen prachtig in de zon. We zien veel kleine hoodoos in wording. Na een makkelijke rit van zo’n 6 mijl kom je bij een uitzichtpunt. Na dit punt is high clearance nodig volgens het bord. Wij hebben daar nu geen tijd voor en gaan weer terug. Op de terugweg zien we nog een mooie hoodoo.
We gaan verder richting Wounded Knee. Dit is eigenlijk een trieste bedoening. Een met graffiti besmeurd bord met het verhaal over de slachting in 1890, een stalletje en dat is het. 17 jaar geleden waren we hier ook en er is sinds die tijd niets veranderd. Jammer dat ze het niet wat aantrekkelijker maken voor toeristen. Volgende stop is Carhenge. We halen koffie in Pine Ridge, waar we de staat Nebraska binnen rijden. Lange rechte wegen met af en toe een huis. Je bent al blij als je een bord ziet. Hé een bord, wat zou daar opstaan. Oersaai dus.
Carhenge daarentegen is heel leuk. Heel fotogeniek al die auto’s die ze naar het voorbeeld van Stonehenge neer hebben gezet.
We gaan nog even de giftshop in, waar Hanny aan de verkoopster vraagt of er een subway in Alliance is. Nou die is er. Als ze in de Subway bezig zijn met onze broodjes gaat de telefoon. Of wij soms een camera hebben laten liggen? En ja hoor! Wat een geluk dat Hanny vroeg naar de Subway. Ik vond dat nog onzin, want ik had al gezegd dat er een Subway was. Het is weer even héél gezellig. Afijn, de camera halen we zo wel op, eerst maar eens de broodjes opeten. Hanny neemt er nog een beker rootbeer bij en Julian een cola. Er is een picknicktafel waar we even lekker gaan zitten. Het waait wel hard. Dan een windvlaag, alles waait weg, dus ook de bekers drinken, waarvan de inhoud over ons heen komt. Wordt het nog wat gezelliger. Als de lucht weer enigszins is opgeklaard gaan we terug naar Carhenge. Nou ja, het belangrijkste is dat we de camera weer terug hebben.
Binnen drie kwartier zijn we bij Scottsbluff National Monument. We kijken even rond bij de huifkarren en rijden de scenic drive maar zijn gauw uitgekeken. Valt nogal tegen. We kopen nog wel het Monopoly spel met de Nationale parken i.p.v. straten in het visitor center.
Via Kimball, waar we de snelweg opgaan rijden we naar Cheyenne. Dit was de eerste keer Nebraska en waarschijnlijk ook de laatste keer. In Cheyenne checken we in bij Motel 6. Dit had ik al in oktober geboekt i.v.m. de Frontier days die hier deze week worden gehouden. We gaan nog even naar het park waar het rodeo-stadion en de Indian Village etc. zijn. Er is niet veel meer te doen. We kunnen ook het stadion niet binnen want we hebben kaartjes voor de rodeo van morgen.
In downtown Cheyenne eten we erg lekker bij een pizzeria en gaan dan terug naar het motel. Ondanks het feit dat we hier vlak langs de spoorbaan zitten, slapen we toch prima. Geen trein gehoord.